De artisjokken zijn omgewaaid, verregend, stukgevroren en aangevreten. Maar ze staan nog. Het is net onkruid.
Het voedt onze stille hoop dat de artisjok zich zal handhaven in Nederland. De veerkracht van de artisjokken is ongekend inspirerend. Er zijn momenten geweest dat wij het zelf al op hadden gegeven, maar de planten op het land tegen alle verwachtingen in zowaar een teken van leven gaven. Over dat opgeven moet overigens het een en ander opgemerkt worden.
Een boer geeft hooguit een oogst op, soms een paar bunder, maar nooit zijn beroep. Koolboeren zijn daar het beste voorbeeld van. Ze denken nu eenmaal dat de wereld zit te wachten op kool, en blijven hardnekkig aan die gedachte vasthouden. Ook al laten de prijzen, het weer, de kosten en wederom het weer zien dat kool verbouwen helemaal niet aantrekkelijk is.
Ik heb ooit de twijfelachtige eer gehad een koolboer te leren kennen. Arie is zijn naam. Arie woonde naast het bollenbedrijf waar ik werkte. Een keer kwam Arie in een grote witte onderbroek de bollenschuur binnen wandelen. Of we zijn hond hadden gezien vroeg hij aan mijn goede vriend en collega Daan. ‘Nou Arie’, zei Daan, ‘ik heb die denk ik over het hoofd gezien in mijn zoektocht naar je broek’. Arie was een vreemde snuiter. Je hoorde hem amper praten, maar als hij sprak, ging het altijd over het weer. Echt altijd. ‘Het is te droog.’ ‘Het is te warm.’ ‘Het is te nat.’ ‘Het is te koud.’ En dat dan in zijn witte onderbroek. Ik heb Arie hele velden vol verzopen en verrotte kool zien omploegen, maar hij hield vol.
Arie is ons voorbeeld. Hij is ons licht in donkere tijden, ons baken van hoop. Hij is onze levende legende, onze surrogaat vader en onze rector magnificus. Met dat in gedachten zouden wij natuurlijk nooit opgeven. 119 artisjokken weggerot door vorst? Helemaal niks meer van over zegt u? Dan zetten we er toch gewoon nog 2600 naast. Hupsakee.
En zo geschiedde. Ondertussen heeft een deel van de 119 artisjokken zich opgericht, zijn er shirts verkocht ter promotie van de artisjok en worden onze 2600 hoopgevende babyartisjokken vertroeteld in een kas onder toezicht van een op een bierkrat-zittende André. Wat wil je nog meer. Op naar een nieuw voorjaar, naar nieuwe kansen, nieuwe hoop. Heel holland aan de Westfriese Artisjok.
